
PTH STUDENT 2311836
VERA BERKEVELD
Toetsmatrijs
De toetsmatrijs is opgesteld na het maken van de checklist. Hierdoor heb ik de toets al een eerste keer kritisch ingekeken, voordat ik begonnen ben met het opstellen van de toetsmatrijs.
De checklist
Deze checklist is gebruikt om te mijzelf ervan te verzekeren dat de toets die ik heb ontwikkeld, aansluit bij mijn te behalen doelen van de lessen.

Checklist ingevuld
​
1a: Heeft u het gebruiksdoel bepaald?
De toets is een summatieve toets, dit betekend dat de toets meetelt voor het rapport en een middel is om het niveau van de student te beoordelen.
​
1b: Heeft u toetsdoelen geformuleerd?
Met deze toets wordt gemeten of de studenten voldoende kennis hebben opgedaan gedurende deze lessenreeks. Aan de hand van deze toetsing wordt bekeken of ze de basis van bestanddelen van verf weten.
​
2: Heeft u een toetsvorm gekozen die bij het doel past?
Er is gekozen voor een toets die bestaat uit zowel een aantal meerkeuze, als open vragen. De toets is gericht op het testen van de kennis, niet van de praktische vaardigheden. Dit is al gedaan tijdens de eerdere practicums. De toets wordt schriftelijk afgenomen.
​
3a: Dekken de vragen de inhoud?
Alle vragen die opgesteld worden gaan in op de behandelde informatie tijdens deze lessenreeks.
​
3b: Heeft de toets de gewenste moeilijkheid? De toets is opgebouwd uit vragen die verschillende niveaus beslaan: kennis, toepassing en inzicht. (De verdeling per vraag volgt in de toetsmatrijs).
​
3c: Zijn de toetsvragen onderscheidend?
Sommige vragen zijn open de andere meerkeuze, daarin onderscheiden ze zich redelijk.
-------------
​
​
8b: Heeft u objectief nagekeken?
De toetsen worden “blind” nagekeken. Namen worden afgedekt, zodat een leerling niet kan worden voorgetrokken.
​
9: Heeft u de manier van normeren bepaald?
Er is vastgesteld dat er volgens de zogeheten N-term een punt wordt bepaald. Hierbij wordt het cijfer bepaald door: C = (9 x Score)/De totaal te behalen punten + N. Afhankelijk van het gemiddelde wordt er een normeringsterm (N) toegevoegd. Bij deze toets is 1 de normeringsterm. Dus de leerlingen krijgen 1 punt “cadeau”
​
10: Heeft u uw leerlingen feedback gegeven?
De fouten antwoorden zijn besproken met de desbetreffende student. Dit is tijdrovend, maar daardoor weet de student wel waar zijn punt vandaan komt.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
4: Zijn de studenten geïnformeerd over de afname en scoring van de toets?
De studenten zijn meerdere keren verteld dat ze deze toets kregen. Tijdens de lessen is er verteld welke onderdelen er terug kwamen in de toets.
5: Is de kwaliteit van het toetsmateriaal goed?
De toets heeft een duidelijkelayout waar de studenten mee bekend zijn.
​
6: Hebben de studenten genoeg tijd om de vragen te maken?
De studenten krijgen één lesuur (50 minuten) om de toets te maken. De toets bestaat uit 10 vragen en bestaat uit een aantal meerkeuzevragen, maar voornamelijk uit open vragen.
De studenten hebben ruim de tijd.
​
7: Is de toets eerlijk afgenomen?
De studenten hebben zelfstandig de toets gemaakt. Daarna is er niet gesproken of bij elkaar gekeken.
​
8a: Heeft u een beoordelingsschema gemaakt?
Er is van tevoren bepaald hoeveel punten er voor een vraag behaald kunnen worden. Aan de hand van deze lijst wordt nagekeken.
De toetsmatrijs
De toetsmatrijs is opgesteld na het maken van de checklist en de vooraf gewenste doelen van de lesbrief.
​
